Per onderdeel wordt het volgende getoetst:
- Taal - schrijven van teksten; spelling; begrijpend lezen; woordenschat (totaal 100 opgaven).
- Rekenen-Wiskunde - getallen en bewerkingen; verhoudingen, breuken en procenten; meten, meetkunde, tijd en geld (totaal 60 opgaven).
- Studievaardigheden - hanteren van studieteksten; hanteren van informatiebronnen (telefoonboek, encyclopedie, woordenboek); lezen van schema's, tabellen en grafieken; kaartlezen (totaal 40 opgaven).
- Wereldoriƫntatie - toepassen van kennis op het gebied van aardrijkskunde, geschiedenis en natuuronderwijs (totaal 90 opgaven, facultatief onderdeel).